Zaterdagmiddag, Haarlem, prachtige stad. Een A1 locatie met historie. Ik ben hier graag en loop met plezier door deze straten. Al wordt dat wel minder. Ik verbaas mij de laatste jaren namelijk over de uitstraling van de winkelstraten. Dat er leegstaande panden zijn is in deze tijd geen uitzondering, maar niets doen om die panden nog een beetje een leuke uitstraling te geven, daar snap ik niks van. Waar ik ook niets van snap: als ik hier een rondje maak op zondagmiddag, is 50% van de winkels open en de andere 50% niet. Op donderdagavond idem. Winkelgebieden moeten beleving bieden, zeggen we al jaren. Want dat is de manier om de concurrentie met het internetwinkelen aan te gaan. Waarom gebeurt er dan zo weinig?
Ik denk dat iedereen het met mij eens is dat het plezier om ergens te verblijven een stuk minder wordt als die plek er rommelig en ongezellig uitziet. Toch is dat precies wat er nu in de Nederlandse winkelstraten gebeurt.
Lege winkels met dozen vol rommel
Leegstaande panden blijven lange tijd ook echt compleet leeg staan. Nou ja, afgezien van dozen vol afgedankte spullen en een deurmat vol reclamepost, die je achter de ramen gewoon ziet liggen. Ik begrijp dat niet, omdat het een kleine moeite is om van zo’n pand in die periode dat het leegstaat iets te maken. Plak leuke stickers tegen de ramen, de meest simpele oplossing, en het ziet er in het straatbeeld meteen al anders uit. Makelaars en eigenaren een gemiste kans!
De consument heeft geen reden om te blijven
Openingstijden zijn zo’n beetje per winkel anders, waardoor je als consument niet weet waar je aan toe bent en op bepaalde tijden zelfs een halfdichte winkelstraat aantreft. Ook niet leuk: als je na het winkelen naar de film wilt of uit eten gaat, moet je anderhalf tot twee uur maar zien wat je doet. Want de winkels sluiten om half zes en als je voor zeven uur een restaurant binnen loopt word je bijna weg gekeken, zo vroeg als je dan bent. Winkeliers een gemiste kans!
Het is vreemd dat dit allemaal zo is, want als er een moment is om álles te doen om de consument naar winkelgebieden te trekken, dan is het nu. Consumenten kopen steeds meer online, als je die concurrentie aan wil gaan moet je alles uit de kast trekken. Maar het lijkt de laatste jaren juist alleen maar minder gezellig te worden om te winkelen in Nederland.
De uitdaging ligt in de afstemming
Waar ligt de uitdaging? Afstemming. Grote ketens werken slecht samen met lokale winkeliers, winkeliers werken niet samen met de horeca, eigenaren zien te weinig noodzaak, de gemeente is misschien niet voldoende betrokken. Terwijl al die partijen hetzelfde willen: een goed alternatief bieden voor het internetwinkelen. Volle straten en terrassen, omzet, gezelligheid.
Maar de grote ketens hebben landelijk vaste openingstijden en zijn nog niet in staat gebleken flexibel mee te bewegen met wat in een bepaald gebied slim is om te doen. Kleinere ondernemers voelen soms weinig voor ruimere openingstijden, omdat ze dan helemaal geen vrije tijd meer hebben. En winkels en horeca praten überhaupt weinig met elkaar.
Horeca afhankelijk van winkelgebied en andersom
Maar feit is, als we willen dat consumenten vaker komen en langer blijven, dan moeten we het aantrekkelijker maken. En dat lukt alleen maar samen. De grotere ketens zijn afhankelijk van het succes van de kleinere ondernemers en andersom. De horeca is afhankelijk van het succes van een winkelgebied en andersom.
Centrale coördinatie van investeringen in een gebied
Gemeenten werken aan het verkleinen van gebieden, want krimp is hoe dan ook de realiteit. Dus wat is de oplossing voor een ongezellige winkelstraat of winkelgebied? (Nog meer) met elkaar praten en afstemmen. Stel een gebiedsmanager of centrummanager aan die dat gaat coördineren. Betrek de gemeente. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld voor bepaalde gebieden BIZ belasting heffen, zodat er budget is om in een gebied te investeren. De vrijwilligheid is er dan af waardoor er daadwerkelijk zaken aangepakt worden. In het centrum van Haarlem is dat mislukt, omdat er te weinig winkeliers gestemd hebben. Wat een gemiste kans.
Betrek de directie van de grote ketens bij de “beleving” in het gebied dit van de grond te krijgen. Want die openingstijden zijn een ding, maar ik ken ook gevallen waarbij de achterzijde van een winkel onverzorgd en rommelig was, terwijl die achterzijde ook gewoon in een winkelstraat lag. De winkelketen weigerde er iets aan te doen. Terwijl het uiteindelijk in ieders belang is dat een winkelgebied aantrekkelijk is. Je wil ook díe winkel succesvoller maken. Het gaat nooit om één winkel, het gaat altijd om het hele gebied waardoor mensen komen én blijven.
De binnenstad van Utrecht als voorbeeld-samenwerking voor de consument
Het lijkt me dat de noodzaak van dit alles duidelijk is. Als zelfs in een stad als Haarlem, met een prachtige historische binnenstad, nu 15 winkels leegstaan, moeten we ons echt achter de oren krabben. Een mooi voorbeeld van hoe het wel kan is de Cronjestraat in Haarlem Noord en de binnenstad van Utrecht. Gebieden waarin op grote schaal met elkaar wordt samengewerkt voor “de consument” en daardoor voor alle betrokkenen. Het is simpelweg nu of nooit.
[medewerker id=29]